Vorige maandag moest ik denken aan die oude, ietwat geëmancipeerde slogan: “Zeg niet te gauw, ‘t is weer een vrouw.” Wie al wat kilometers op zijn levensteller heeft, herinnert zich vast wel de bumperstickers uit de jaren '80.
Wat deze herinnering uitlokte? Een berichtje met slechts vier woorden: "Weer een vrouw?"
Geen context. Geen emoji. Niets.
Weer een vrouw?
En dan heb je anno 2024 een probleem. We zijn zo gewend geraakt aan emoji’s dat ze haast een noodzaak zijn geworden. Het vrolijke gezichtje, het verbaasde mannetje, het verdrietige traantje – ze bieden houvast en geven toon aan tekst. Zonder die visuele hulpstukken laten woorden ons achter in een soort digitale leegte. En dat was hier niet anders.
Er stond geen punt achter de zin, dus het was geen mededeling. Geen uitroepteken, dus ik kon er ook geen kreet van verbazing, enthousiasme of ergernis uit afleiden. Nee, het was een vraag. Maar wat voor vraag?
“Waarom alweer een vrouw?” “Moet dat nu echt?” Of misschien was het gewoon een neutrale observatie, zonder bijbedoeling. Wie zal het zeggen? Zonder context was het aan mij om het in te vullen. En dat deed ik natuurlijk met plezier.
Een blik op mijn eerdere personages
Want laten we eerlijk zijn: het viel mij enkele weken gelezen zelf op dat veel van mijn hoofdpersonages vrouwen zijn. Neem bijvoorbeeld Aprilse Grillen: Emilie Hartman was daar de ster van het verhaal. In Wortels van Cement deed ik er een schepje bovenop; Emilie bleek 3 zussen te hebben! En nog een moeder ook. Gelukkig zorgde de slechterik voor wat mannelijke tegengewicht.
En dan was er Rune, waar een jongeman het hoofdpersonage mocht zijn. Toch voelde hij zich in zijn eentje nogal klein naast de vrouwen van de familie Hartman. (De jongen kreeg niet eens een familienaam!) Zelfs in het kerstverhaal van 2023, waarin meer mannen dan vrouwen rondliepen, stal een bijzonder krachtige vrouw de show in de openingsscène. Heeft iemand trouwens ooit opgemerkt dat ze een beetje op Reinhilde Decleir leek?
In 2024 was er het zomerverhaal, waar Sophie Govaerts de hoofdrol op zich nam. Het kerstverhaal bracht ons Jana Claerhout. En nu? Nu zit er opnieuw een vrouw aan het stuur van het verhaal. En van haar fiets.
Waarom vrouwen? Waarom niet?
De vraag die ik mezelf dus stelde – en waarop dat berichtje me al dan niet subtiel wees – is simpel: waarom weer een vrouw? Het antwoord ligt voor de hand: ik ben een vrouw. Op één of andere manier is het makkelijker om vrouwelijke personages vorm te geven.
Maar dat betekent niet dat ik niet met mannelijke hoofdpersonages wil en kan werken. Integendeel. De roman die ik eerder al aankondigde, zal een mannelijk hoofdpersonage hebben. Een personage waarin ik me volledig kan uitleven. Geloof me vrij: ik kijk ernaar uit om dat verhaal te delen. Maar nog even geduld; er moeten nog veel woorden op papier komen voor ik daar meer over kan vertellen.
Wat is jouw voorkeur?
Laten we de rollen eens omdraaien. Als lezer: heb jij een voorkeur voor mannelijke of vrouwelijke hoofdpersonages? Of maakt het je weinig uit, zolang het verhaal maar boeiend is, de personages overtuigen en de plot je bij de lurven grijpt?
Ik hoor het graag. Deel je gedachten, stuur me een berichtje (met of zonder emoji’s) of laat een reactie achter.