Overslaan naar inhoud

Je leven als inspiratie

1 juni 2025 in
Elke Thys
| Nog geen reacties

Een toevallige clip op YouTube, dat was het begin. Of nou ja, toeval? Met al die algoritmes die je in een bepaalde richting sturen, of je het nu wilt of niet? Hoe dan ook, ik klikte. En bleef hangen.

De video maakte deel uit van de serie A Writer’s Journal Workbook van Lucy van Smit. De aflevering heette “Your life as content” en bevatte een eenvoudige maar verrassende opdracht: neem 30 minuten en noteer 100 momenten uit je leven. Eén herinnering per regel. Als je vastzit, deel je leven dan op in blokken van zeven jaar. En ga voor de lichtere dingen, zei ze. Niet te zwaar. Daarna kan je alles wat je hebt opgeschreven gebruiken als materiaal voor je verhalen. 

De teller strandde op 85

Mijn eerste reactie: dat lukt me zeker. Honderd herinneringen? Piece of cake. Maar ik had mezelf wat overschat. Niet dat er iets mis is met mijn geheugen, integendeel. Er kwam gewoon zoveel tegelijk. Mijn brein begon te associëren en ging in overdrive.

Ik ging van mijn buurjongen met de “rits” in zijn buik (nooit geweten aan welke operatie hij die te danken had) naar de overbuurman die huilend door het raam hing omdat zijn vrouw er vandoor was gegaan. Hij herhaalde haar naam wel honderden keren; ik herinner het me alsof het gisteren was. 

Een huis verder – al stond er daar toen nog geen huis – viel ik eens languit in de netels. Prikken dat het deed! Mijn moeder zette me toen in een bad met stijfselvlokken. Ik ging destijds trouwens niet graag in bad. Als mijn haren moesten gewassen worden, wist heel de buurt het.

En zo ging het maar door en door en door.

De teller strandde op 85. Misschien omdat ik te mooie zinnen wilde formuleren.  Misschien omdat ik typte en mijn vingers verkeerd leken te staan. Maar wat vooral bleef hangen: hoeveel er nog kwam ná die dertig minuten. Hoe mijn hoofd vanzelf verderging, de dagen erna. Alsof ik een luik had opengezet.

Van herinnering naar verhaalstof

Want dat is wat zulke oefeningen doen: ze vormen een bron van inspiratie, een reservoir van materiaal dat je kunt hergebruiken. Omdat je het meemaakte. Omdat je het je herinnert. En dus: omdat er iets van een emotie aan vasthangt.

Best confronterend ook. Als ik mijn kindertijd zo op papier zie, merk ik pas hoe hard de tijden zijn veranderd. Je kunt dat als uitgangspunt gebruiken voor een verhaal, maar het hoeft niet. Of toch niet klakkeloos. Je kunt er een draai aan geven. Schrijven betekent niet dat je een archief ordent, maar dat je iets nieuws maakt met bestaand materiaal. Het is inspiratie, geen verslag. Wat ooit gebeurde, mag gerust in een andere jas terugkomen.

Een paar voorbeelden

Ik heb even overwogen om mijn volledige lijst te delen, maar het zou zonde zijn om jou al in een bepaalde richting te duwen. En dus doe ik het niet. Ook omdat ik niet alles met iedereen wil delen. 

Maar met onderstaande voorbeelden zou het wel moeten lukken om met je eigen herinneringen aan de slag te gaan. 

Neem nu mijn linkerarm. Daar zitten littekens op van toen ik als kind in de prikkeldraad viel. Zomervakantie, gras tot aan je knieën en een stuk opgerolde prikkeldraad. Meer was er niet nodig om voor een scène uit een verhaal over een zorgeloze kindertijd op het het platteland te zorgen. Maar evengoed: wat als ik die littekens opliep tijdens een ontsnapping uit een oorlogsgebied, klimmend over hekken? Of misschien was ik op daguitstap met de scouts, gingen we dwars door de wei en moesten we toen gaan lopen voor een boze stier? (Echt gebeurd, maar het zorgde niet voor littekens.)

In de lagere school zat er een meisje in mijn klas waarvan ik de naam vergeten ben. De naam van haar broer herinner ik me nog wel, want die heette Junior. Ik vond dat vreemd. Alsof hij nog niet af was. Alsof je pas een echte naam kreeg zodra je groot genoeg was. Later ontdekte ik hoe het echt zat: hij had gewoon dezelfde naam als zijn vader. Maar het bleef verwarrend: zou hij, zelfs als hij 90 werd, nog steeds Junior genoemd worden? Het is een leuk element om mee te spelen in een verhaal. 

Tijdgeest doet ertoe

Nog eentje.

Ik groeide op als enig kind in een eenoudergezin.

Plaats dat in de jaren tachtig en je bent een vreemde uitzondering op de algemeen geldende regel. De enige zonder vader aan de schoolpoort. De enige zonder broers of zussen. De enige die niet wordt uitgenodigd voor verjaardagsfeestjes. De enige die niet eens ergens mag gaan spelen. Stof genoeg dus om te schrijven over iemand die wordt uitgesloten en daardoor misschien wel psychopathische trekjes ontwikkelt. (Ook hier weer: wat waargebeurd is, mag je naar hartenlust verbuigen.)

Maar plaats datzelfde gegeven in een hedendaagse context en je hoofdpersonage is zo doorsnee als maar kan zijn. Tegenwoordig ben je eerder een vreemde eend in de bijt als je ouders nog samen zijn op je 12e.

Ook dát is interessant. Hoe de tijd waarin iets gebeurt mee bepaalt hoe we het beleven. En dus ook hoe we het kunnen vertellen.

Alles kan het begin zijn 

De kanarie uit de kleuterklas. Die keer dat je verloren liep op vakantie. Die date die op jullie eerste afspraakje 12 flessen Cola Light meebracht... Alles kan het begin zijn van een verhaal. (In het geval van de flessen Cola was het een erg kort verhaal.)

Dus probeer het eens. Zet een timer. Schrijf dertig minuten lang herinneringen op. Kleine dingen, alledaagse dingen. Zet je innerlijke criticus aan de kant en schrijf alsof je leven er vanaf hangt. 

En maak daarna van die momenten nieuwe verhalen. Of bewaar ze, als aanmaakblokjes voor later.

Laat me weten hoe ver jij komt. Vond je het moeilijk? Welke herinnering bleef hangen? Of welke kreeg ineens een andere betekenis?

Aanmelden om een reactie achter te laten