Het vragen(v)uur blijft lopen! Ook deze week beantwoord ik met veel plezier een handvol vragen die jullie me hebben toegestuurd. Sommige doen me glimlachen, andere zetten me aan het denken - en ze zijn allemaal welkom. Vandaag neem ik jullie opnieuw mee achter de schermen van het schrijverschap: van samenwerkingen en schuilnamen tot software en schrijfdromen buiten mijn comfortzone.
Zou je ooit een boek willen schrijven in een genre dat buiten je comfortzone ligt? Zo ja, welk genre?
Ik heb intussen al wat schrijfkilometers op de teller staan in verschillende genres. Non-fictie, spannende verhalen, romans, zelfs een novelle (al zat die qua genre in hetzelfde vaarwater als de romans). Voor het kerstverhaal van 2025 waag ik me voor het eerst aan iets dat nét buiten mijn gebruikelijke pad ligt: magisch realisme. (En ja, dat lees je hier in primeur.)
Fantasy ligt me minder - als lezer én als schrijver. Hoe graag ik ook mijn verbeelding gebruik, er zit een grens aan hoe ver ik die wil oprekken. Sciencefiction lijkt me dan weer razend interessant om te proberen, maar het vraagt ook een stevige portie kennis van technologie en wetenschap. Je moet een geloofwaardige toekomst kunnen neerzetten en daarvoor voel ik me voorlopig iets te veel een dromer en iets te weinig een ingenieur.
Heb je ooit overwogen om onder een schuilnaam te schrijven?
Nee, maar ik begrijp waar de vraag vandaan komt. Mijn voor- en familienaam zijn niet bepaald de namen die ik zelf zou kiezen als ik het zelf voor het zeggen had. Toch vormen ze samen wie ik ben en dat is dan weer helemaal oké.
Dat gezegd zijnde: ik heb ooit, half lachend, gezegd dat ik anoniem wilde herbeginnen als auteur onder de naam Elke van de Put. Daar zit een klein verhaal achter. Toen ik net samen was met mijn partner (familienaam: Puttevils, bijnaam: "de Put", uitgesproken als "de Poet"), heeft iemand uit zijn vriendenkring mijn naam in haar gsm opgeslagen als “Elke van de Put”. Maanden later scrolde ze door haar contacten en had ze geen idee wie dat was. Dat soort verwarring lijkt me ergens ook wel charmant voor een pseudoniem – mysterie gegarandeerd.
Heb je ooit overwogen om samen met iemand anders een boek te schrijven?
Ik vind schrijversduo’s iets fascinerends, zeker wanneer de auteurs ook in het dagelijks leven partners zijn. Voor zover ik weet, heeft elk duo zijn eigen aanpak: bij de één zet de ene partner de grote lijnen uit en giet de ander die in woorden, bij de ander worden verhaallijnen verdeeld en sommige koppels doen het dan weer helemaal anders.
Zelf weet ik dat ik tijdens het creatieve proces behoorlijk gefocust - lees: koppig - kan zijn. Samenwerken klinkt dan niet meteen als een recept voor harmonie. Een schrijverspartnerschap? Dat staat voorlopig niet op mijn verlanglijstje.
Op je vorige blog, "Gewoon E", blogde je regelmatig over je dag op het werk en hoe die eruitzag. Neem je ons eens mee op een dag in schrijversland?
Grappig genoeg zat dat idee al in de pijplijn toen deze vraag binnenkwam. Het resultaat kon je vorige week lezen op de blog. Omdat het schrijversleven zich vooral voor en na de gewone dag afspeelt en meestal maar een klein stukje van mijn tijd inneemt, koos ik ervoor om niet één dag, maar een hele week weer te geven. Op die manier werd het wat duidelijker hoe hectisch - en soms ook hoe gefragmenteerd - het er echt aan toegaat.
Welke schrijfsoftware gebruik je en wat zijn de voor- en nadelen?
Ik werk al jaren met Scrivener van Literature & Latte. Voor mijn allereerste boek gebruikte ik andere software (de naam is me intussen ontsnapt), maar daarna ben ik overgestapt – en ik heb daar nog geen spijt van gehad.
Scrivener is een geweldig programma waarmee je researchmateriaal kunt bundelen én je manuscript kunt uitschrijven in losse brokken. Er zitten zóveel functies in dat het onmogelijk is om die allemaal in deze Q&A te bespreken. Dat is tegelijk ook een nadeel: het duurt even voor je je weg erin vindt. Er zijn handleidingen, maar je moet wel zin hebben om door redelijk droge kost te ploegen.
Er bestaat een versie voor Windows, Mac én iOS. De Mac-versie lijkt wel een streepje voor te hebben qua mogelijkheden. Helaas ben ik daar als Windows-gebruiker niets mee. Wat ik dan weer een groot pluspunt vind: je betaalt geen abonnement, maar een eenmalige licentie. Je mag het programma op meerdere computers installeren en je kunt je werk in de cloud bewaren (al moet je wel opletten dat je nergens een bestand open laat staan -Scrivener heeft het daar moeilijk mee).
Ik heb een tijdje gezocht naar een volwaardig online alternatief, om op elk toestel aan de slag te kunnen zonder software te installeren, maar dan zit je meteen vast aan een abonnement. En eens je stopt met betalen, ben je vaak ook meteen al je werk kwijt. Begrijpelijk, maar toch zonde. De kans dat ik Scrivener inruil voor iets anders? Klein. Heel klein.
Dat was deel 3 van het Vragen(v)uur! Zit je zelf nog met een prangende vraag? Laat ze dan gerust achter in de reacties of stuur me een mailtje. Wie weet lees je binnenkort het antwoord hier op de blog. Volgende week neem ik je mee in de wondere wereld van titels: hoe kies ik ze, waar komen ze vandaan, en wanneer weet ik dat het juist zit? Tot dan!