Wanneer ik dit schrijf, ben ik net 48 geworden. Een leeftijd waarop je jezelf regelmatig betrapt op de gedachte "vroeger was dat toch wel anders". Maar was het ook beter? Laten we eens kijken naar de evolutie van schrijfregels en hoe sommige heilige huisjes anno 2025 vrolijk worden omvergeworpen.
Het synoniemenspel
Wie in de jaren '80 en '90 op school zat, herinnert zich ongetwijfeld de gouden regel: gebruik nooit twee keer hetzelfde werkwoord in opeenvolgende zinnen. Vooral bij het werkwoord "zeggen" was dit een doodzonde. We moesten gewapend met een woordenboek (ja kinderen, het internet bestond toen nog niet) op zoek naar alternatieven.
Hier volgt een greep uit het arsenaal dat we paraat moesten hebben: fluisteren, mompelen, prevelen, stamelen, uitroepen, schreeuwen, verkondigen, verklaren, beweren, opperen, suggereren, opmerken, antwoorden, reageren, repliceren, toevoegen en verduidelijken. (Een opsomming met dank aan het internet.)
Anno 2025 lijkt deze regel compleet verdwenen. Moderne dialogen zijn vaak een aaneenschakeling van "zei dit" en "zei dat". En dat leest vaak verrassend vlot. Het werkwoord "zeggen" wordt zo neutraal dat het bijna onzichtbaar wordt, waardoor de focus volledig op de dialoog zelf komt te liggen. Veel auteurs laten het woord volledig achterwege, wat in een papieren of digitale versie meestal geen probleem is, maar bij luisterboeken soms erg verwarrend kan zijn. Veel hangt dan af van de voorleesstem. Als die er in slaagt om elk personage hetzelfde te laten klinken, wordt het voor de luisteraar gegarandeerd een zootje. (En wie me een beetje kent, weet dat ik daar ook nog wel eens een boompje over wil opzetten. Onlangs hoorde ik een Nederlander 'Evergem' nog uitspreken als 'Evéérgem'. Euh?)
De verdwijnende aanhalingstekens
Een trend die me aanvankelijk meer moeite kostte om te accepteren: het weglaten van aanhalingstekens bij dialogen. Sommige hedendaagse auteurs hebben ze compleet verbannen. Soms werkt het verrassend goed, maar niet altijd. Bij het boek 'De bijensteek' van Paul Murray werd het een complete puzzel, vooral omdat ook de interpunctie een eigen leven ging leiden. Geen punten, geen komma's. Vraagtekens en uitroeptekens overleefden de eindredactie dan weer wel. Stream of Consciousness 2.0, heet dat blijkbaar. (Ik vraag me nu af of dat te horen zou zijn in het luisterboek, maar ben niet nieuwsgierig genoeg om er naar op zoek te gaan.)
Andere moderne trends
De staccato stijl. Korte zinnen. Heel kort soms. Soms geen werkwoord. Alleen een gevoel. Een sfeer. Een tempo.
Emoji-integratie. Sommige moderne auteurs experimenteren zelfs met emoji's in hun literaire werk. Een ontwikkeling die me 🤔 maakt. Aan de andere kant: waarom niet? 🤷♀️
Hybride vormgeving. Verhalen die zich afspelen in het digitale tijdperk bevatten steeds vaker WhatsApp-gesprekken, e-mails of sociale media posts. Complete hoofdstukken in chat-format zijn geen uitzondering meer. 'De hoofdrol' van Janice Hallet is zo'n voorbeeld.
De eeuwige discussie
Natuurlijk zijn er nog steeds de puristen die vasthouden aan de klassieke regels. En er zijn de vernieuwers die alle regels overboord gooien. Maar misschien is de gulden middenweg wel het meest interessant: gebruik wat werkt voor jouw verhaal.
Jouw beurt!
Hoe ga jij om met deze veranderende schrijfregels? Ben je een traditionalist of experimenteer je graag? Welke moderne schrijftrends vallen jou op? En belangrijker nog: welke werken voor jou als lezer, en welke maken een verhaal juist moeilijker te volgen? Deel je gedachten in de comments hierover of op mijn sociale media.