Op woensdag trok Sophie naar de lokale markt. De zon straalde alweer vrolijk aan de hemel, wat Sophie deed besluiten het hele stuk te voet te gaan. Een subtiele, maar heerlijke wind vol geuren van verse producten en regionale delicatessen begroette haar bij aankomst. Overal waar ze keek, zag ze kleurrijke kraampjes vol met verleidelijke waren: kraakverse groenten en fruit, geurige kruiden, ambachtelijk gebakken brood en natuurlijk heel wat wijnen, die gedegusteerd en gekocht konden worden.
Bij het eerste kraampje stond een man in een witte schort zijn saucissons secs aan te prijzen. Verderop lag een tafel bedekt met canelés; kleine, gekarameliseerde cakes, typisch voor de streek. Een kraampje verder lonkten kleurrijke macarons uitnodigend naar Sophie. En verder was er een overvloed aan oesters, afkomstig van de nabijgelegen Atlantische kust.
Sophie slenterde verder over de markt. Ze liet haar blik over het kaaskraam glijden toen ze plotseling een bekende verschijning zag. Achter de tafel stond een man met een donkere huidskleur. Zijn ogen waren vermoeid, maar Sophie herkende er een sprankel in die ze al heel lang niet meer had gezien. Ze herkende de eigenaar van het kraam meteen: het was Olivier, haar vriendje uit het secundair. Ze waren onafscheidelijk geweest en waren zelfs samen naar de universiteit getrokken voordat hun wegen scheidden. Olivier had zijn studies na het eerste jaar sportwetenschappen stopgezet en was op wereldreis vertrokken. Sophie had sindsdien niets meer van hem gehoord, al kon ze de schuld niet enkel op Olivier afschuiven. Hun interesses bleken harder te verschillen dan ze verwachtten; Olivier ging graag op café, terwijl Sophie uren boven haar boeken doorbracht.
“Olli?”, vroeg Sophie, ietwat aarzelend.
De man keek op en een moment van herkenning flitste over zijn gezicht voordat hij breed glimlachte. “Als dat Sophie Govaerts niet is!”, riep hij uit. “Wat een verrassing. Wat doe jij hier?” Het viel Sophie op dat hij haar in het Frans aansprak, maar dat stoorde niet.
Olivier kwam van achter de tafel, liep naar Sophie en omhelsde haar hartelijk. Sophie voelde een golf van nostalgie. Rook hij echt nog steeds naar patchoeli of verbeeldde ze zich dat maar?
“Ik ben hier op vakantie, even ontsnappen aan alles”, antwoordde ze vaag. “Maar hoe ben jij hier beland?”
“Goh”, begon Olivier. “Je weet wel. Ik vertrok op wereldreis en toen keerde ik nooit terug. In Canada ontmoette ik mijn vrouw Claire, die uit de Alsace komt. We hebben eerst samen Noord-Amerika verkend en daarna ben ik mee naar Frankrijk gevlogen. We kochten een oude boerderij, knapten ze op en richtten een artisanaal kaasfabriekje op.”
“Klinkt goed”, knikte Sophie waarderend.
“Zeker wel. Alleen…” Olivier aarzelde even. “De boerderij combineren met vier kinderen onder de tien jaar is niet evident. We hebben iemand die ons helpt met de productie, maar het is pittig. Suzanne, de jongste, slaapt na twee jaar nog steeds niet door en Inès heeft extra opvolging nodig voor haar leerproblemen. Ik weet eerlijk gezegd niet hoe we het deze vakantie moeten redden, met de kinderen die constant thuis zijn.”
Sophie begreep plots zijn vermoeide blik en legde een hand op zijn arm. “Het klinkt als een zwaar, maar goed leven.”
“Ja, ik mag eigenlijk niet klagen. Ondanks het harde werk is het best bevredigend. Kom, ik laat je een aantal van onze kazen proeven.”
Olivier draaide zich om en zei iets tegen de jongen die achter de tafel was blijven staan. “Dat is Ethan, onze oudste. Hij helpt me graag bij de verkoop. Nu het vakantie is, gaat hij dagelijks mee op pad.”
Ethan sneed een aantal stukjes kaas af, legde ze op een bord en gaf dat aan zijn vader. Terwijl Sophie enkele hapjes nam, vertelde Olivier haar meer over het leven op hun boerderij. Sophie was blij dat Olivier het gesprek naar zich toetrok en weinig over haar vroeg. Ze had nog steeds geen zin om over het gedoe met Floris te praten.
“Blijf je lang in de streek?”, onderbrak Olivier haar gedachten.
Sophie knikte bevestigend. “We hebben de gîte van Madame Laurent voor een volledige maand geboekt.”
“Goed zo. Dan zien we elkaar volgende week terug”, besliste Olivier. “Breng je partner mee, dan kunnen we kennismaken.”
“Ik zal er zijn”, glimlachte Sophie. Ze kon Olivier later nog vertellen hoe de vork in de steel zat.
Ze namen afscheid en Sophie vervolgde haar tocht over de markt met een hoofd vol herinneringen en tassen boordevol lekker eten.