Skip to Content

Maandag 1 juli 2024

Sophie stapte uit de taxi en keek om zich heen. De zon stond laag aan de hemel en wierp lange schaduwen over de omgeving. De oude boerderij van de familie Laurent zag er in het echt zo uit als op de foto’s op het internet; muren van warme, honingkleurige stenen en een dak bedekt met terracotta pannen, die door de jaren heen een verweerde tint hadden gekregen. De lichtblauwe luiken voor de ramen glinsterden alsof ze net geschilderd waren. Zelf voelde Sophie zich heel wat minder fris. Haar donkerblonde haren, die normaal gezien luchtig op en neer bewogen, kleefden tegen haar hoofd. En toen ze in het station Bordeaux naar het toilet ging, had ze donkere kringen onder haar bruine ogen opgemerkt. 


De chauffeur haalde haar koffers uit de auto, wenste Sophie een fijne vakantie en vertrok naar zijn volgende klant. Sophie haalde diep adem, verzamelde haar spullen en liep over de plaveien naar de voordeur. Die zwaaide open nog voor ze kon aankloppen. “Bonjour, bienvenue!” riep een vriendelijke stem. Een vrouw van middelbare leeftijd met kort, grijs haar en een warme glimlachen stond in de deuropening. “Ik ben Erica Laurent. Hoe was de reis?” Als ze al verbaasd was over het feit dat er maar één persoon voor haar deur stond, wist ze dat goed te verbergen. 


“Aangenaam.” Sophie forceerde een glimlach. “De reis was best zwaar. Mijn partner en ik hadden gepland om met de wagen af te reizen en elkaar onderweg af te lossen, maar hij kon zich onverwacht niet vrijmaken door afwezigheden op zijn werk. Daardoor moest ik noodgedwongen met de trein komen. Floris reist mogelijk later nog af.” De leugen brandde op haar tong, maar ze hield haar gezicht in de plooi. 


Madame Laurent knikte begrijpend. “Dat kan gebeuren. Jules, mijn jongste zoon, heeft ook een eigen zaak. Veel vrije tijd heeft hij niet. Maar maak je geen zorgen, je bent nu hier en we zullen goed voor je zorgen.”


Sophie voelde een steek in haar hart en dacht aan Floris. Amper enkele weken geleden had hij hun relatie na vijf jaar beëindigd. Eerst had hij nog ‘on hold’ gezegd, alsof het iets tijdelijks was. Maar voor Sophie werd het al snel duidelijk dat het echt voorbij was. Floris had al zijn spullen ingepakt en vermeed elke vorm van contact. Ze begreep nog steeds niet waarom.


“Kom”, madame Laurent wees naar de toegangspoort die naar het erf van de boerderij leidde. “Ik breng je naar je gîte zodat je kunt uitpakken en bekomen van je reis. De zon schijnt nog op het terras en het klateren van de Taillas brengt je ongetwijfeld tot rust. Maar je kunt natuurlijk ook een lekker warm bad nemen. Er staat lavendelolie voor je klaar.”


Samen betraden ze gîte ‘Nous Deux’; een bijgebouw op het erf van de familie, waarvan het terras was afgescheiden van de verhuurders. De gîte zelf was sober, maar smaakvol ingericht, met antieke meubels en zachte kleuren. “Het ziet er prachtig uit, dank je wel.” Deze keer was Sophies glimlach niet gespeeld. 


Madame Laurent glimlachte trots. “Ik ben blij dat het je bevalt. Jules legt ‘s ochtends verse croissants, een thermosje koffie en een krant in het kastje bij de voordeur. Zo kan je rustig opstaan en genieten van een Frans ontbijt. Als je nog iets anders wilt, moet je hem dat maar laten weten. Zijn nummer staat in het infoboek.”


“Dat klinkt heerlijk”, zei Sophie dankbaar. 


“Je mag ook bij mij aankloppen”, ging Madame Laurent verder. “Aarzel niet om iets te vragen, dat is deel van de service.” Ze knikte, draaide zich om en trok de deur achter zich dicht. 


Sophie plofte neer in de tweezitsbank, gooide haar benen over de leuning en staarde naar het plafond. Haar gedachten waren een wirwar van emoties. Ze hoopte dat la douce France zou helpen om haar gebroken hart te helen. Voor nu was het enige wat ze kon doen diep ademhalen en proberen de rust te vinden die ze zo hard nodig had.


Woensdag 31 juli 2024