Jana Claerhout liet haar blik over de boordcomputer glijden en stelde vast dat ze bijna een etmaal onderweg was. Ze voelde zich tegelijkertijd erg moe en bijzonder hyper. De cocktail van energiedrankjes en sigaretten liet duidelijk zijn sporen na. Jana bonsde op het stuur en moedigde zichzelf aan: “Komaan, je bent er bijna. Nog even en je kunt Laura na al die jaren nog eens een echte knuffel geven.”
De reis was voorspoedig begonnen. Jana’s vliegtuig had haar in een dik uur van Brussel naar Frankfurt gebracht, waar ze twee uur zou moeten wachten op haar aansluitende vlucht naar Tromsø. Als alles goed ging, zou ze daar rond 13.35 uur landen. Nadat ze haar huurauto had afgehaald, zou het nog een uurtje rijden zijn naar Vikøyri. Het enige wat haar daarna nog te doen stond, was haar voeten onder tafel steken en genieten van Laura’s kookkunsten en het gezelschap van Leif, Amalie en Aksel.
Maar de weergoden hadden al snel roet in het eten gegooid. Rond negen uur werd omgeroepen dat hevige sneeuwval het onmogelijk maakte in Tromsø te landen, waardoor Jana’s vlucht voor onbepaalde tijd werd uitgesteld. Het was ondertussen duidelijk dat ze op dat moment de verkeerde beslissing had genomen. Het was een keuze geweest die haar veel geld en nog meer tijd had gekost dan wanneer ze gewoon gewacht had. Pas nadat ze een ticket naar “zo ver mogelijk in Noorwegen” had geboekt, belde ze haar zus om haar van de veranderde plannen op de hoogte te brengen.
“Het wordt dus vliegen tot in Bodø, met tussenstop in Oslo. De rest van het traject doe ik dan per trein of zo. Dat moet ik nog bekijken.”
“Dat is duidelijk,” had haar zus geantwoord. “Verder dan Bodø geraak je niet met de trein. Je zult een auto moeten huren. Maar ik stel voor dat je begint met een hotelkamer te boeken en pas maandag naar Vikøyri komt. Verwacht je aan een ritje van dik 500 kilometer en, als ik me niet vergis, zul je een veerboot moeten nemen. Maar dat,” had ze haar uitleg afgesloten, “zal je waarschijnlijk niet tegenhouden om meteen naar hier te komen. Doe veilig, met al die sneeuw. Ik ben sowieso vroeg uit bed, want de leverancier van Rema 1000 komt op maandag. Bel gerust als er iets is.”
Jana geeuwde, opende het raampje van de wagen en stak een sigaret op. Dat was contractueel verboden, maar ze hoopte dat de geur verdwenen zou zijn tegen de tijd dat Hertz de auto kwam ophalen. Ze bedacht dat ze binnen 24 uur aan de andere kant van de wereld had kunnen staan.
“Maar ik wilde met alle geweld naar een dorp met amper honderd inwoners. Een dorp dat enkel via een tunnel bereikbaar is en waar het leven zich rond de hoofdstraat afspeelt,” zuchtte ze vermoeid.
Spontaan floepte het beeld van een cowboydorp in haar fantasie op. Ze schudde het hoofd, in het besef dat ze op het verkeerde continent zat. Vikings en trollen, die speelden hier de hoofdrol. Jana probeerde zich voor de geest te halen wat ze nog meer wist over Vikøyri.
Het eerste wat ze bedacht, was dat het eerste deel van de naam van het dorp niets met Vikingen te maken had. Laura had haar verteld dat “vik” “baai” betekent en “øy” “eiland”. Vikøyri was dus een eiland, of schiereiland, aan de rand van de baai. In december schemerde het enkel een tijdlang rond het middaguur. De rest van de dag was het donker. De gemiddelde temperatuur lag er normaal gezien net boven het vriespunt, maar Laura had haar opgedragen niet in winterkledij te investeren. Jana kon haar kleren wel gebruiken. Die immer praktische en zuinige ingesteldheid van Laura toch… Jana kon er maar goed mee zijn, vooral nu haar bagage op het verkeerde vliegtuig terecht was gekomen en ze enkel haar handbagage bij zich had. Voorlopig zou Jana echt alles van haar tweelingzus moeten lenen.
Zondag 1 december 2024