Bij het verlaten van de Sollitunnel werd Jana gewaarschuwd voor een scherpe bocht naar rechts. Ze prees zich gelukkig dat de sneeuwruimer al was gepasseerd. Jana had er geen probleem mee om veel kilometers te maken, maar met rijden in de sneeuw had ze weinig ervaring. Na de bocht daalde de weg, waardoor Jana een mooi uitzicht kreeg op Vikøyri. Zo te zien hadden alle inwoners hun kerstversiering al opgehangen. Zelfs op dit uur baadde het dorp in een zee van licht. Ongetwijfeld een kostelijke grap, al zou maandenlang in het donker zitten voor Jana ongetwijfeld duurder uitvallen door een sterk verhoogd alcoholverbruik.
Net op het moment dat Jana bij het huis van de Johanssens aankwam, vertrok de vrachtwagen van de supermarktketen. Haar zus duwde snel enkele winkelkarren aan de kant en gebaarde dat Jana naast het huis kon parkeren. Daarna duurde het niet lang voordat ze in een innige knuffel verstrengeld waren.
“Je moet verschrikkelijk moe zijn,” lachte Laura, terwijl ze probeerde Jana’s kapsel in model te brengen. De lange reis had ervoor gezorgd dat haar netjes gestylde kapsel één warrige krullenbol was geworden. Hoe Laura erin slaagde haar krullen zo gedisciplineerd te laten vallen, was Jana een raadsel. En dus begonnen haar dagen al jarenlang met de stijltang in de hand.
“Valt wel mee,” loog Jana. Ze haalde een sigaret tevoorschijn en keek verbaasd toen haar zus haar tegenhield.
“Hier wordt op straat niet gerookt.”
“Hier? In Noorwegen? Daar heb ik niets over gelezen.”
“Nee, hier, in Vikøyri. In Noorwegen mag je niet roken op openbare plaatsen. In Vikøyri beschouwen we de straat als een openbare plaats.”
“Dus ik mag alleen binnen roken?”
“Hmm, nee, dat zou niet erg prettig zijn. Maar op het overdekte terras achter het huis kan het wat mij betreft wel.”
Jana stopte het pakje sigaretten terug in haar zak en bedacht dat de discussie het niet waard was.
“Moeten deze naar binnen?”
“Ja, graag. Normaal gezien helpt Ellinor op maandagochtend mee, maar haar zwangerschap verloopt wat moeizaam en de dokter heeft haar rust voorgeschreven.”
“En de kinderen?”
“Amalie en Aksel zijn gisteren na de hockeytraining in Fjordviknes gebleven. Het was ’s ochtends nog niet duidelijk hoe het weer zou worden en ze wilden vandaag zeker op school geraken. Ze konden bij vrienden logeren. Ik verwacht hen vanmiddag weer thuis.”
“De strevers,” lachte Jana.
“Ik denk eerlijk gezegd dat ze een ongedisciplineerd avondje weg van huis wilden. De ouders van Marit en Adam hebben een iets lossere opvoedingsstijl dan Leif en ik.”
Jana knikte en rolde een kar naar binnen. Eigenlijk kende ze Leif amper. Ze wist dat Laura en hij elkaar hadden leren kennen toen ze op Erasmus was in Noorwegen. Laura had bij zijn zus Astrid in de klas gezeten, en zo was de bal aan het rollen gegaan. Bij haar terugkeer had het niet lang geduurd voordat Laura de knoop doorhakte en definitief naar het hoge noorden vertrok.
“Leif slaapt nog?”
“Hij is op het bureau. De mannen van de nachtdienst konden niet op tijd in Vikøyri zijn, dus is hij ingesprongen. Zo gaat dat als je commissaris bent. Maar volgens mij had hij een rustige nacht, zoals altijd. Ik verwacht hem thuis voor het middageten. Over politie gesproken... hoe gaat het met je boek?”
Opnieuw besloot Jana zich met een leugentje eruit te redden. Haar zus hoefde nu nog niet te weten wat er aan de hand was.
“Work in progress. Maar ik ben me ervan bewust dat ik van Leif weinig input kan verwachten. Hij heeft lang geleden al duidelijk gemaakt wat hij van crimi-auteurs vindt.”
“Dat er in Scandinavië niemand meer zou leven als alle schrijvers en would-be schrijvers hun zin kregen?”
“Zoiets, ja. En dan nog iets met waardeloze, klassieke recepten voor moordverhalen.”
“Het wordt echt tijd dat je hem beter leert kennen en zijn sarcasme leert waarderen. Hij vond je boeken best goed, al was het een hele uitdaging om ze te lezen. Nederlands spreken lukt aardig, maar lezen is iets anders.”
Jana glimlachte. Laura had erop gestaan dat als zij Noors zou leren, Leif de Nederlandse taal onder de knie moest krijgen. Ook de tweeling werd tweetalig opgevoed, al gaven zij de voorkeur aan om in het Engels met hun tante te chatten.
“Kom, laten we de karren uitladen en daarna kunnen we ontbijten. Je kunt dan wel liegen dat je niet moe bent, maar honger heb je zeker.”
Maandag 2 december 2024