“Tadaa, ik heb mijn spullen terug!”
Vrolijk rolde Jana haar koffer de woonkamer in.
“Je zult toch nog bij Hedda Møller langs moeten voor een trui. Ze vroeg vanochtend naar je toen ze boodschappen kwam doen.”
Jana zuchtte. De familie Johanssen leek een arsenaal aan Hedda’s truien in huis te hebben. Hoewel ze er prachtig uitzagen, betwijfelde Jana of ze erg geschikt waren voor een gematigder klimaat.
“Ja, want in Antwerpen hebben we toch zeker een paar dagen per jaar het vermoeden van sneeuw.”
“En Hedda zou haar aankopen ook online kunnen doen en laten leveren vanuit Fjordviknes.”
Leif vouwde zijn krant op en legde hem opzij. Jana keek hem verward aan.
“Dus je bedoelt dat ik een trui bij Hedda moet kopen, zodat zij klant blijft bij jullie?”
“Je moet het ruimer zien,” suste Laura. “In Vikøyri zorgen we voor elkaar. Iedereen is een schakeltje van het geheel, en het ene plezier is het andere waard.”
Laura liet de boodschap even bezinken.
“Ik zorg ervoor. Later. Maar eerst iets anders: heb ik het juist als ik zeg dat de kinderen het helemaal niet leuk vonden om vanochtend een lift te krijgen?”
“Kinderen?” mompelde Leif. “Laat ze dat vooral niet horen. Tieners, bedoel je.”
“Nukkige tieners?”
“Dan zeg je twee keer hetzelfde. Ja, jij wilt een leuke tante zijn, maar zij willen geen babysit die hen naar school brengt. Ze eisen hun vrijheid op. Wees blij dat zij je ook niet aan het werk zetten.”
Leif glimlachte en knipoogde in Laura’s richting.
“Hoho, Jana helpt me vrijwillig,” pareerde die. “Heb je vanmiddag trouwens tijd om een paar bestellingen af te leveren? Of ga je aan je boek werken?”
Jana, die haar buik meer dan vol had van al dat gemeenschapsgevoel, zag haar kans schoon om er een middagje alleen van te maken.
“Ik heb nog wel wat werk te doen,” antwoordde ze vaag. “Oh, dat doet me eraan denken: die Eino Mørk van gisteren had het over oude foto’s die je me moest laten zien?”
“Oh ja, hier, moet je kijken.”
Laura nam een fotoalbum uit de kast, bladerde er snel doorheen en overhandigde het toen aan Jana.
“Dat zijn wij,” constateerde die. “Toen Kristel ons nog steevast in dezelfde outfits kleedde. Niet lang na het ongeluk dus?”
“November 1987,” beaamde haar zus.
Jana knikte. Naast hen stond hun neefje Kevin, wiens leven ook helemaal overhoop was gegooid toen Jana en Laura bij hun oom en tante introkken. In plaats van de broer waarop hij zo lang had gehoopt, kreeg hij er plots een stel zussen bij. In het begin was de relatie stroef verlopen, maar door de jaren heen was er een goede band ontstaan.
“Oké, maar wat heeft dit met Eino Mørk te maken?”
“Herken je de ogen niet?”
Laura wees glimlachend naar de kerstman, die een prominente plaats innam op de foto.
“De ogen?”
“Soms ben je wel heel traag van begrip. Eino Mørk is jaren kerstman geweest in Rovaniemi. Je weet wel: het dorp van de kerstman. Zijn carrière begon in 1985 en eindigde een paar jaar geleden. Natuurlijk waren er meerdere kerstmannen; het kerstdorp draait 24/7. Maar wat een ongelooflijk toeval is het om elkaar bijna veertig jaar later terug te zien!”
Jana humde plichtmatig. Laura vond het duidelijk een fantastisch verhaal, maar het deed Jana weinig tot niets.
“Is dat geen stof voor een human interest-artikel?” informeerde Leif.
“Dat is niet mijn expertise,” antwoordde ze kort.
“Misschien niet, maar ik heb recent precies weinig artikelen van jouw hand gelezen?”
Ze wierp Leif een vlammende blik toe en maande zichzelf aan tot kalmte.
“Onenigheid over een artikelenreeks die ik wilde publiceren. De betrokken familie was het er niet mee eens en bleek toch nog meer invloed te hebben dan ik dacht.”
“Je bent dus gecanceld?”
“Leif!”
Laura legde verschrikt een hand op Jana’s arm.
“Hij bedoelt het niet zo sterk,” suste ze de situatie.
“Ik heb nu andere prioriteiten,” beet Jana haar zus en schoonbroer toe. “En daar ga ik me nu mee bezighouden.”
Ze draaide zich om en verliet de kamer. Jana had geen flauw idee wat ze de komende uren zou gaan doen, maar het stond als een paal boven water dat ze haar familieleden een tijdje zou ontlopen.
Donderdag 5 december 2024